‘Ik ben een verzonnen persoon. Weet jij wie ik ben?’ Dat is de zin die altijd in mijn hoofd zat.Je ziet het terug in wat ik maak; als kind tekende ik al bomen en ik knutsel ze nu nog steeds. Gewoon knippen en plakken met papier. Het werkt heel therapeutisch voor mij. Maar de meeste wortels zijn altijd oneindig. Ze vallen van het papier af. Ik weet namelijk niet waar ze naartoe gaan.Toen ik ongeveer drie jaar was ben ik op straat gevonden in Colombia. Mijn echte leeftijd en mijn naam weet ik dus niet. Ik ben meerdere keren verplaatst naar verschillende tehuizen en pleeggezinnen tot ik op mijn vierde jaar naar Nederland kwam. Ik heb me nog nooit zo eenzaam gevoeld. Het was koud en er waren allemaal vreemde mensen. Ik vond dat ze stonken.
Mijn adoptieouders hadden twee biologisch eigen kinderen, vier pleegkinderen en mij. Daarnaast deden ze crisisopvang voor bijvoorbeeld jonge vluchtelingen. Het ideale gezin van buiten, grote ellende vanbinnen. Het slaan vond ik nog het minst erg. Het waren de woorden die me echt pijn deden; ‘Je bent dik. Je bent niets waard. Wees dankbaar dat ik je heb geadopteerd.’ Mijn adoptiemoeder kon geen liefde geven. Zodra mijn vader dat wel deed reageerde zij meteen negatief. Ik kreeg een stukje liefde maar kreeg er daarna figuurlijk twee klappen voor terug. Daarom wees ik die liefde op den duur ook af.
Het is het waard geweest om door dat dal te gaan.
Toen ik ongeveer 5,5 was werd ik ineens met mijn broer en zus van school gehaald door de politie. We werden naar een kindertehuis gebracht en ik werd van hen gescheiden. Het was een tweede trauma bovenop mijn adoptie. Ik heb daar een jaar helemaal alleen gezeten. Daar hebben mannen heftige dingen met mij gedaan. Ik kan de woorden die daarbij horen moeilijk uitspreken.
Toen ik daarna weer naar huis ging is het nooit meer goed gekomen tussen mij en mijn adoptiemoeder.
Ik heb het contact inmiddels ook verbroken. Gek genoeg koste me dat veel moeite want ik voelde toch een soort loyaliteit naar haar. Maar toen ze niet alleen mij maar ook mijn twee kinderen kleineerde was de grens voor mij bereikt. Door haar los te laten stortte mijn wereld in. Ik kreeg meerdere depressies en veranderde ook als persoon. Het was echt een bewustwordingsproces; waar sta ik nu in het leven? Uiteindelijk volgde ook een scheiding van de vader van mijn kinderen.
Ik had al jaren therapie gehad maar nu kwam ik op het punt dat ik zei; ‘ik wil door dat dal. Ik vertel nu alles wat jullie willen weten.’ Eigenlijk ging het er daarbij vooral om dat ik nu ook zelf klaar was om de antwoorden te vinden. Ik wist dat het anders nooit meer goed zou komen. Dat is denk ik ook wel mijn kracht; dat ik dat proces bewust ben aangegaan.
Ik heb de verantwoordelijkheid voor twee kinderen. Zij hebben iemand nodig die sterk is en voor hen klaar staat. Alleen heb ik zelf nooit ervaren hoe dat is. Ik ben heel bewust bezig met hoe ik op hen reageer. Wanneer ik in de ogen van mijn moeder iets niet goed deed gaf ze me met haar heftige reacties het gevoel dat ze me wat aan zou kunnen doen. En dat is wat in mijn systeem zit. Toen ik zelf moeder werd moest ik dat heel bewust draaien naar de reactie; ‘mama vindt dit niet zo leuk.’ Dat was echt een worsteling.
Nu is mijn dochter aan het puberen en dat vind ik echt een feestje. Wanneer ze een grote mond tegen me opzet en daarna gewoon weer bij me op schoot kruipt… Dat is echt een overwinning. Ik heb zelf nooit de ruimte gevoeld om me af te mogen zetten tegen mijn ouders. Ik bel af en toe iemand om te checken wat ‘normaal’ is in deze fase. Omdat ik het uit eigen ervaring niet weet.Hulp vragen is iets wat ik voorheen nooit deed uit angst om afgewezen te worden. Ik doe het nu wel, maar het gaat allemaal niet vanzelf. Ik wilde heel lang iedereen tevredenstellen. Ergens nee op zeggen zat niet in me. Alles wat ik doe kost me veel energie. Zelfs de kleinste dingen. Ik ben ook echt levensmoe. Niet in de zin dat ik dood wil, maar ik ben wel moe van het leven.
Ik wil er zijn voor mijn kinderen, maar als ik vroegtijdig kom te overlijden is dat voor mij zelf niet erg. Dan ga ik naar huis. Voor anderen klinkt dat heftig, maar dit is zoals ik het voel.
Toch kan ik nu zeggen dat ik gelukkig ben. Het is het waard geweest om door dat dal te gaan.Ik ben nu ook open over mijn verhaal en stop het niet meer weg. Ik heb inmiddels een nieuwe liefde in mijn leven en heb hem ook meteen verteld wat mijn rugzak is en welke pieken en dalen daarbij horen. En het doet nog steeds zeer hoor, mijn verdriet is intens. Maar het mag er nu zijn. Ik mag er nu zijn. Ik ben net 40 geworden heb het voor het eerst groot gevierd. Ik zei tegen familie en vrienden; ‘he he, ik ben volwassen.’ Ik heb me heel lang een kind gevoeld dat bij iemand op schoot wou kruipen. Nu kijk ik in de spiegel en zie ik eindelijk ook echt een volwassen vrouw staan.
Ik ben nu weer bezig met het maken van een nieuwe levensboom. Met de kleuren van de Colombiaanse vlag in de blaadjes. Dat is ook wel kenmerkend voor mij als persoon; de bomen die ik maakte hebben wel altijd in bloei gestaan. Hoe eenzaam ik me ook heb gevoeld, ik heb altijd blaadjes gehad.
Tekst: Kim van Schie Fotografie: Ton Sondag