Jarenlang was ik een ‘ kind met gedragsproblemen’ , een ‘agressieve puber’. En als dat maar genoeg tegen je gezegd wordt, geloof je dat dat je probleem is. Dat je gewoon niet goed bent. Ik heb veel angsten. Ik ben bang om naar buiten te gaan want ik ben bang voor wat andere mensen van me vinden. Ik ben bang om te falen. Het voelt alsof ik al zo vaak heb gefaald. Complimenten kan ik vaak niet geloven. Ik heb diverse baantjes gehad, maar ik moet me steeds over zo’n drempel heen zetten om te gaan. Al werk ik maanden achter elkaar, als ik even stop voelt het alsof ik weer helemaal opnieuw moet beginnen. Dan denk ik dat het zinloos is en stop ik ermee. Vroeger legde ik dat niet uit aan anderen maar zei: ‘ik heb geen zin om dingen te doen’. En dan probeerden mijn ouders en jeugdzorg een probleem op te lossen dat er eigenlijk niet was. Mijn vader zei vaak: ‘ je hebt geen motivatie’. Maar dat neem ik hem niet kwalijk. Hij snapte mij gewoon niet.
Ik ben geboren in Zuid-Korea, werd ziek na mijn geboorte en heb een tijd daar in het ziekenhuis gelegen. Toen ik negen maanden oud was ben ik geadopteerd. Ik was het nakomertje in mijn familie en ik denk dat de reden van mijn adoptie financieel is geweest, maar ik weet dat niet zeker. Ik ben nog niet op zoek gegaan naar mijn biologische familie, ik ben daar nog niet aan toe. De eerste jaren dat ik in Nederland was, was ik vrolijk en voelde ik me dicht bij mijn adoptieouders staan. Toen ik ouder werd, duwde ik ze van me weg. Ik was zo boos en agressief. In mijn boosheid kon ik nare dingen zeggen zoals: ‘hadden jullie mij maar nooit geadopteerd’.
alles in mijn hoofd zit door elkaar
Onbewust denk ik dat daar een kern van waarheid in zat. Ik ben onder goede omstandigheden opgegroeid. Ik kom uit een warm gezin, heb een fijne familie, en materieel heb ik genoeg. Maar alles in mijn hoofd zit door elkaar. Ik kan me druk maken om de kleinste dingetjes. Laatst zei mijn vader geen welterusten tegen me, iets wat hij altijd doet. Ik ben zijn slaapkamer binnengegaan: ‘ je hebt het niet gezegd!’ ‘ Oh’ , zei hij, ‘ ik was het vergeten’. Anderen lijken gemakkelijker over dingen heen te stappen.
Mijn problemen maken me passief. Ik kan haast geen leven leiden. Ik ben 18 jaar en denk: ‘wat moet ik nu?’ Er zijn tijden geweest dat ik alleen maar sliep. Dan vluchtte ik uit de werkelijkheid. Ik weet dat ik stappen moet zetten, maar het nieuwe maakt mij bang. Ik weet niet wat me te wachten staat. Toch wil ik het graag proberen. Ik hoop dan eindelijk de dingen te kunnen, die ik altijd al heb willen doen. Misschien zelfs mezelf worden.
Tekst: Inge van Meurs Fotografie: Ton Sondag